dinsdag 11 februari 2014

Matmata en Sfax. El Djem als toetje

Dit wordt alweer een 9e verhaaltje over een prachtige reis door Tunesië, door reisorganisatie KRAS aanbevolen als 'Betoverend Tunesië'. Een mooie ervaring.

Matmata is bekend vanwege grotwoningen die gebouwd zijn rondom een soort koker van zo'n 10-15 meter diep, ruim tien meter middellijn. Het bleken redelijk comfortabele huizen in oude stijl te zijn, echt platteland nog, met geuren van de stal naast de slaapkamer. Kamers met Allah of Muhammad erop geschreven, voor sterke bescherming.
Nog voor we in Matmata aankwamen hier bij een koffiepauze, in een Amazigh dorpje, op een heuvel, waar ook heel wat van die lemen huizen verwoest waren door naar beneden stromend water (van de bergtop of rechtstreeks uit de hoge hemel neergedaald?)


We deden niet aan selfies, want de camera was wel groot, maar er is altijd wel iemand die even helpt om zoiets te maken. Bij de middelste foto hierboven zie je hoe je naar de voorraadkamer kunt klimmen. Dan leek ons een electrische traplift toch wel makkelijker.

Die voorlaatste dag kwamen we in Sfax aan, de 2e stad stad, ook wel het Rotterdam van Tunesië. Er waseen demonstratie vanwege de herdenking van de moord op Belaid, oppositieleider, 6 febr. 2013, een jaar geleden dus. Net enkele dagen nadat zijn vermoedelijke moordenaar was gedood door de politie toen hun huis werd belegerd. In het land een wat angstige sfeer, tussen hoop en twijfel in. Dat maakten we op uit de verhalen van de reisleidster en de kranten en een enkel tijdschrift die we lazen. Er is een regering aan het komen van technocraten. De politici worden vervloekt, de moslimpartij heeft ook even afgedaan .De revolutiesfeer is getemperd. De bus kon het prachtige hotel in het centrum nauwelijks bereiken: 'Sinds de revolutie parkeert iedereen maar waar hij/zij wil, er is geen dscipline meer'. Kleine problemen voor de rijken van een land in overgang.

 Dit is de medina van Sfax: ons hotel lag precies tussen haven en deze oude stad. en de haven. Mooie oude muren, drukte.


Met trots noemt men dit een van de grootste arena's ter wereld, alleen na Romeins Colosseum en de arena van Ravenna. André Rieu schijnt op de nominatie te staan om hier ergens in de zomer te komen spelen. Alweer een beeld van een arabisch, islamitisch land, dat vooral gewoon Europees lijkt, met veel Franse overblijfselen, zeker in taal en vooral Romeinse attracties.

De transformatie van Paule Maas

In Douz, juist ten zuiden van dat grote zoutmeer, maar op de rand van oases en 'echte zandwoestijn', gingen wij naar een plek waar je in kleine groepjes een rit op een dromedaris maakt, een uurtje op zo'n groot formaat paard, met een extra bult, grote kop, wel lieve huid, rare tong die opzet als er sexuele hormonen gaan opspelen. We hebben het maar goed meegedaan. Over de gewone kleding moesten we zo'n jellaba aan en een soort tulband op het hoofd. Hier dus de transformatie van Paule Maas tot echte woestijnreiziger!



Ja, dit is pas de verkleedpartij, maar nu komt het rijden nog! Echt elegant gaat het niet, maar het ging.

We zijn er dus echt geweest, hebben er gestaan en er op gereden. Echte tamme beesten, helemaal aan de mens gewend en omgekeerd gaat dat ook snel.

Douz, zand en water, natuur cultuur, Berbers en Amazigh

Zo'n vacantie, een reis in zeven dagen, 1600 km is een mix van cultuur (Romeins, heel klein beetje christelijke, wat Berber, Islam, moderne tijd) en natuur. Vandaag na de steden de natuur: eerst gingen we naar het gebergte ten noorden van Tozeur, de bronnen van een rivier. De kloof door het water gemaakt. Nog weer een eindje verder een andere rivier.
Wat blijkt: de natuur hier is ook getemd. De dromedarissen zeker, het water wordt gemanipuleerd, de grote oases zijn ook niet natuurlijk, maar allemaal met veel werk gemaakt.


Die dromedarissen lijken vrij rond te lopen, en dan is er toch ergens een herder want die beesten zijn veel geld waard. Ook het water loopt wel van zichzelf, maar al snel na de bron wordt er gekanaliseerd, gebruikt en de boel wordt in goede banen geleid.
Dadelbomen geven bij bestiving door bijen en wind een 30 kilo per boom, maar bij zorgvuldig bestuiven door de mens (zaadjes vanuit de mannetjesboom wordt uitgestrooid boven de bloem, stamper heet dat wellicht, van de vrouwtjesboom, wel even klimmen) en dan kan er tot 250 kilo per boom van af komen. Een jaar lang goed te bewaren en voldoende om in de woestijn te overleven.
 Dit blauw was in Marokko dé kleur voor de Berbers of Amazigh zoals ze nu genoemd moeten worden. Niet-Arabische bewoners van dit gebied. Overigens schijnen er in Tunesië minder te zijn, hoe zuiver weet niemand en de taal leeft er ook niet meer zo. Volgens onze gids zijn ze sterker ge-arabiseerd en ge-islamiseerd dan in Marokko.
Hier ook zo'n idyllische bron, water van zo'n 25% en ze laten het zelfs afkoelen voor het de boomgaarden ingaat. Dit is dus wel in tegenstelling tot de grote zoutmeren, die overigens helemaal niet egaal zout waren, maar gemengd: dat is op de weg tussen Tozeur en Douz.

Tot slot nog even iets uit de lunch in Tozeur: kijkend op straat wil je de hele tijd foto's maken voor de leuke plaatjes. De strepen zijn aanduiding van een dorp of wijk: wat mensen maar kunnen bedenken om tot een groep te horen!