zondag 13 juli 2014

Tabor: hoe de Hussieten eerlijke idealen over kerkvernieuwing vermengden met moderne oorlogsvoering

Dit is een korte impressie van een week in Thuringen, Saksen en Bohemen, eind juni, tot 4 juli 2014, zoals verteld bij het blog over Leipzig.
Na het hotel in Gera kwamen we de laatste drie dagen in het Marriott hotel van Pilzen: mooi modern hotel, op zo'n 200 meter lopen van de grote markt van Pilzen, een klein barok-centrum, met daaromheen moderne wijken. Veel was opgebroken om de stad klaar te maken voor een positie als culturele Europese hoofdsat in 2015.
Wij hebben natuurlijk de markt, centrum en het schitterende bisschoppelijk museum voor religieuze kunst gezien: in een oud Franciscanen klooster, volbehangen en -gezet met barokke heiligen, goed uitgelegd en in mooi gerestaureerde ruimtes heplaatst.
We maakten ook nog eens een trip naar Tabor, het centrum van de militante Hussieten, volgelingen van de in 1415 ter dood veroordeelde en op de brandstapel gestorven Jan Hus. Hus was een kerkvernieuwer in de zin van Engelsman John Wycliff: bijbel in volkstaal, preken op een eenvoudige manier van het volk, geen overdreven religieuze macht aan keizer of koning. Hij haalde het niet. Zijn volgelingen kwamen in politieke strijd tussen lagere edelen en de centrale koning terecht en werden bovendien nog lastig gevallen door visioenen en dromen over het komende einde der tijden. Ziektes, hongersnood, oorlogen als gevolg dus. De lekenkel is hun symbool: geen overdreven verschil tussen leek en clerus.

Boven zit Paule op de grote markt van Pilzen bij de hoge kathedraal. Onder is de ingang van het museum van Tabor met hét Hussietensymbool,  de lekenkelk.




De theoloog vervangen als leider van de beweging door geharde soldaten en uiteindelijk trekt hier de theoloog ook een maliënkolder aan.

Geen opmerkingen: